Op Chemelot speelt de chemische industrie de hoofdrol met voldoende ruimte voor ecologie. Midden tussen onze zestig fabrieken liggen grasvelden omringd door meer dan 4500 bomen, waaronder eiken die al 150 jaar oud zijn. Doordat op Chemelot geen honden en nauwelijks bezoekers komen, gedijt de natuur en leven dieren hier vrijwel ongestoord.
Chemelot huisvest een breed scala aan dieren, van torenvalken en buizerds tot vossen en hazen. Zij hebben van oudsher hier hun thuis gevonden. De kuddes schapen en runderen die op Chemelot grazen zijn hier opgegroeid, zodat ze gewend raken aan de geluiden van de chemische processen. De schapen en runderen dragen bij aan de biodiversiteit door variatie in de begroeiing te brengen. Hoe? Schapen laten bepaalde plantsoorten staan, en waar ze grazen, groeien kruidachtige planten terug. En de runderen eten graag jonge, houtachtige begroeiing.
Chemelot is een waar paradijs voor bijen, vlinders en andere insecten. In het voorjaar gonst het hier van activiteit, en meer biodiversiteit betekent meer bloemen en nectar voor deze insecten. De biodiversiteit op Chemelot wordt verder versterkt door de verschillende grondsoorten die typerend zijn voor een voormalige mijnbouwlocatie. Deze verschillen, samen met diverse maaimethoden, dragen bij aan de rijke natuur op het terrein.
Ons natuurbeheer draagt bij aan de duurzaamheids- en klimaatdoelen van Chemelot, evenals aan veiligheid en arbeidsomstandigheden. Zo zijn nestkasten voor slechtvalken geïnstalleerd om overlast van duiven en ongedierte te voorkomen. En gras maaien in de buurt van de fabrieken gebeurt met zorg vanwege veiligheidsrisico's.
De aanpak van natuurbehoud op Chemelot toont aan dat industrie en ecologie harmonieus kunnen samengaan.
Lees hier het VNCI interview met Larse Claessens, onze ecoloog.