In Geleen zijn twee muurschilderingen op de Julianatunnel onthuld die het mijnverleden en de innovatieve chemische industrie met elkaar verbinden. Inwoners hebben gestemd op deze winnende ontwerpen van de kunstenaars Werner ‘Nash’ Zwakhalen uit Sittard en Erwtje.
De monumentale Julianatunnel in Geleen is er al bijna net zo lang als Chemelot, dat gegroeid is op grondgebied van de staatsmijn Maurits. Veel mijnwerkers kwamen met de trein naar station Geleen-Lutterade. Ook staken veel medewerkers het spoor over van en naar hun woonwijk Lindenheuvel. De mijnen waren destijds het grootste (ondergrondse) industriegebied van Nederland en dé energieleverancier van het land.
“De staatsmijn Maurits stond bekend als de modernste en veiligste van Europa. Chemelot is het symbool van de transitie van mijn- naar chemische industrie”, zegt Chemelot-directeur Loek Radix. “We zijn trots op het verleden. Nu bouwen we verder aan de toekomst en veranderen we naar duurzame chemie. We willen de eerste circulaire site van Europa zijn in 2050. Geleen en Chemelot zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.”
Aan beide ingangen van de tunnel was een trap tussen het station en de ingang van de mijn. Toen de Maurits groepsvervoer ging inzetten voor de mijnwerkers met zogenoemde koelbösse (mijnbussen), werden de trappen minder relevant en zijn ze deels gesloopt.
De tunnel werd op prinsessedag 30 april 1931 feestelijk geopend, vandaar de naam Julianatunnel. Inmiddels gaat deze onder de randweg tussen Geleen en Sittard door, de spoorweg tussen Sittard en Maastricht en het goederenspoor van en naar Chemelot.