Het jaar loopt op zijn einde, tijd voor een terugblik. In 2021 slaagden de Chemelot-bedrijven er in om hun broeikasgasemissies met 7% te reduceren. Daarmee is Chemelot als industrieel cluster koploper in Nederland en in Europa. Eerder voorspelde ik voor het jaar 2022 een reductie in dezelfde orde van grootte, waarmee we onze koploperspositie zouden handhaven. Onderliggend wordt dat zeker gehaald, maar de werkelijke daling zal veel groter zijn. Maar het is wel een daling door de verkeerde oorzaken, helaas.
Door de enorme stijging van de energieprijzen, vooral van aardgas, wordt de positie van Chemelot ernstig verzwakt. Fossiele brandstoffen, aardgas en aardolie, zijn voor Chemelot namelijk primair grondstof. Een vertienvoudiging van de aardgasprijs, zoals op het hoogtepunt, is natuurlijk desastreus. Maar ook een meer genormaliseerd niveau is nog altijd 3 tot 4 keer hoger dan we gewend waren. Daarbij moet rekening gehouden worden met het feit dat in de basischemie de grondstofkosten meer en vaak veel meer dan 50% van de kostprijs bepalen.
Dit leidde niet alleen tot een verzwakte concurrentiepositie ten opzichte van andere werelddelen, maar ook tot problemen bij onze klanten. Veel fabrieken draaiden dan ook gedurende het jaar op een lager pitje, vandaar de verwachting dat de broeikasgasuitstoot door Chemelot dit jaar flink lager zal zijn. Deze pijn wordt in feite, direct of indirect, door de hele Europese industrie gedragen en het is dan ook terecht dat wordt gewaarschuwd voor een de-industrialisatie van Europa. De industriële productie dreigt zich te verplaatsen naar regio’s waar wél nog goedkope grondstoffen aanwezig zijn en waar wat minder nauwgezet wordt omgegaan met klimaatmaatregelen. De wereld wordt dan warmer en Europa wordt armer.
Chemelot circulair
Het is zaak om niet bij de pakken neer te zitten en ons te concentreren op waar we echt goed in zijn. Als we niet meer kunnen concurreren op prijs (en het ziet er niet naar uit dat die situatie op afzienbare termijn zal terugkeren), dan moeten we concurreren met circulaire producten, met de laagst mogelijke 'carbon footprint'. Dat wil zeggen met de laagst mogelijke broeikasgasemissie. Daarbij moeten we ons realiseren dat voor zowat alle spullen die wij als consument gebruiken geldt, dat de productie van de grondstoffen waaruit die spullen gemaakt zijn (kunststof, staal, cement, baksteen, kunstmest) verreweg de hoogste emissies opleveren. Op Chemelot worden vooral kunststof en kunstmest geproduceerd. En laten we daar nou verdraaid goed in zijn en vooral ook voorop lopen in het circulair produceren van die grondstoffen.
Concrete projecten op Chemelot zijn:
Geweldige positie qua verduurzaming
Chemelot is geweldig gepositioneerd voor deze grondstoftransitie, omdat product A gebruikt wordt voor de productie van B, B voor de productie van C, C voor de productie van D. Deze integratie maakt Chemelot niet alleen extreem energie-efficiënt, maar ook uitermate geschikt voor de verduurzaming van productieketens. Als er één chemische site in 2050 volledig circulair kan zijn, dan is het Chemelot wel.
We bevinden ons dus in een situatie met enorme bedreigingen en met enorme kansen. Dat vraagt om een actieve overheid, zowel op nationaal als op Europees niveau. Wat hebben wij nodig om de kansen te vergroten en om de bedreigingen te temperen?
Chemelot staat aan het begin van de productieketen van heel veel industriële activiteiten in Europa en is daarmee van groot belang voor onze welvaart. Chemelot is ook koploper in de duurzaamheidstransitie. Kansen genoeg dus. Maar bij de huidige tegenwind hebben we wel wat duwtjes in de rug nodig.